6. De ouders
6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders
Voor het goede verloop van het onderwijs aan uw kind is uw betrokkenheid van groot belang. Het is goed wanneer u regelmatig aan uw kind vraagt wat er op school gedaan wordt, hoe dat het gaat en of er huiswerk gemaakt moet worden. Wij stellen het op prijs als u thuis met uw kind napraat over de vertelling uit de Bijbel of helpt bij het leren van de Psalm of Kort Begrip.
De betrokkenheid van ouders komt mede tot uitdrukking in het verlenen van hulp aan de school bij het (onderhoud, schoonmaken en repareren van het schoolmateriaal, de begeleiding bij excursies, spelletjesmorgens).
Oudermorgens
In oktober staan er twee oudermorgens gepland. U kunt dan geheel vrijblijvend een deel van de morgen een bezoek brengen aan de groep(en) waarin uw kind(eren) zit(ten). Nader bericht volgt met de leerlingen.
6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school
Informatieavond
Als team hechten we veel waarde aan een goed en geregeld contact met u als ouder(s) over de ontwikkelingen en leerresultaten van uw kind(eren). Daarbij vinden we het van groot belang dat u enig inzicht hebt in de wijze waarop (nieuwe) leerstof aan de kinderen wordt aangeboden en hoe die leerstof wordt verwerkt. Zo kan eventuele ouderhulp aansluiten bij de onderwijskundige aanpak van de leerkracht op school. Daarom beleggen we in één van de eerste weken van het schooljaar enkele informatiebijeenkomsten. Leerkrachten geven dan een toelichting op het jaarprogramma. Aan de hand van praktische voorbeelden zal ook de onderwijskundige aanpak ter sprake komen. Verder willen we dan graag ingaan op uw vragen.
Daarnaast zijn er, verspreid over het schooljaar, vier contactavonden.
Ouderavond
Elk jaar wordt er een ouderavond gehouden over een opvoedkundig of een onderwijskundig onderwerp.
Ouderinformatie
Tweemaal per jaar, met kerst en aan het einde van het schooljaar, ontvangt u via uw kind een schoolkrant. Naast informatie op organisatorisch gebied en artikelen over opvoeding en onderwijs vindt u hierin een gevarieerd aanbod van leerlingenwerk.
Voor het doorgeven van berichten vanuit school, ontvangt u geregeld een nieuwsbrief. Ouders krijgen een afschrift van onderwijskundige rapporten betreffende hun kind(eren), bijvoorbeeld bij het verlaten van de school.
6.3 Lidmaatschap schoolvereniging
Mannelijke personen die lid willen worden van de schoolvereniging en daarbij aangeven de grondslag en doelstelling van de vereniging onderschrijven, kunnen zich, ook via school, opgeven bij de secretaris van het bestuur. Op de jaarlijkse ledenvergadering legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde beleid aan de leden van de schoolvereniging.
Aan de school is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad, die samengesteld is uit twee ouders en twee leerkrachten, geeft aan directie en personeel advies over een aantal in het reglement vastgelegde, schoolse zaken.
De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad daarentegen is een raad die elk van de vijf scholen van de schoolvereniging vertegenwoordigt middels een leerkracht en een ouder en het bestuur adviseert over bovenschoolse en bestuurlijke zaken. De statuten en het daarbij behorende reglement kunt u, indien gewenst, opvragen bij het desbetreffende secretariaat.
6.5 Voor- en naschoolse opvang
De overheid heeft de school opgedragen om een voorziening te treffen voor voor- en/of naschoolse opvang als ouder(s)/verzorger(s) daarom vragen. De school kan daarbij de hulp- vragen en taken overdragen aan een daarvoor gecertificeerde instelling of organisatie.
6.6 Overblijven
De Doornveldschool biedt de mogelijkheid om in de middagpauze over te blijven. Tijdens het overblijven is er toezicht van een leerkracht (van 12.00 uur tot 12.30 uur). Voor het verstrekken van thee wordt jaarlijks € 10,00 per leerling gevraagd. Hierbij zij opgemerkt dat het bevoegd gezag in dezen geen verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid heeft afgesloten.
6.7 Klachtenregeling
Klachten moeten op een juiste wijze behandeld worden. Wij vinden in de Bijbel richtlijnen voor het afhandelen van klachten, en wel in Matthéüs 18. Elke klacht dient in de eerste plaats met de aangeklaagde besproken te worden. Hoewel het de klager vrijstaat om naar eigen keuze het bevoegd gezag, de directeur of de vertrouwenspersoon te benaderen, ligt het voor de hand dat klachten op onderwijskundig terrein bij de directeur aan de orde gesteld worden en klachten op bestuurlijk terrein bij het bevoegd gezag. In eerste instantie worden klachten langs deze weg afgehandeld. Leidt ook dit overleg niet tot resultaat of overeenstemming, dan staat de weg naar de klachtencommissie open. Het indienen van een klacht bij de klachtencommissie verloopt via de contactpersoon klachtenregeling/interne vertrouwenspersoon, de vertrouwenspersoon, de directeur of het bevoegd gezag. De contactpersoon in de klachtenregeling ziet er slechts op toe dat de procedure correct wordt afgehandeld. Om niet onnodig teveel verschillende functionarissen in school te krijgen, is er voor gekozen om de taken van de contactpersoon bij één en dezelfde persoon onder te brengen.
Het indienen van een klacht
Een door de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag ontvangen klacht wordt in principe door hen afgehandeld. Indien de klager dit terstond wenst of in de loop van de afhandeling de wens te kennen geeft, wordt de klacht doorgestuurd naar de klachtencommissie.
Ouders kunnen ook zelf rechtstreeks klachten indienen bij de klachtencommissie. Ook indien de klacht naar het oordeel van de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag betrekking heeft op een vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit wordt de klacht doorgezonden naar de klachtencommissie. Het doorzenden van de klacht geschiedt binnen uiterlijk twee weken na het indienen of het blijk geven van de wens de klacht door te zenden.
Interne en externe vertrouwenspersoon
Indien het niet mogelijk is de klacht met de betrokkenen te bespreken, dan kunt u zich tot de interne vertrouwenspersoon wenden. Deze persoon werkt binnen de school. U en/of uw kind kan bij deze persoon terecht voor vragen of klachten op het gebied van machtsmisbruik, pesten, seksuele intimidatie, etc. Indien het interne traject geen oplossing biedt, dan kan de klacht via de interne vertrouwenspersoon worden doorgespeeld naar de externe vertrouwenspersoon. Deze zal de klacht met u bespreken waarbij gekeken wordt of hij/zij de klacht probeert op te lossen of de klacht doorstuurt naar de klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon heeft een brugfunctie tussen u en de school en/of tussen u en de klachtencommissie.
Klachtencommissie
Onze klachtencommissie is aangesloten bij de door de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs ingestelde klachtencommissie, die is ondergebracht bij de stichting Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs GCBO), een samenwerkingsverband van geschillencommissies, GCBO doet de administratieve afwikkeling van een klacht en ook kunt u daar met uw vragen terecht bij een mogelijke klacht. U kunt uw klacht indienen door een brief of een e-mail te sturen naar GCBO. Bij het in behandeling nemen van uw klacht gebruikt GCBO een vragenformulier, dat is te downloaden op de site van GCBO. Dit dient te ondersteuning van de door uzelf opgestelde klachtenbrief, die u tegelijkertijd kunt meesturen. De contactgegevens vindt u elders in de schoolgids.
Klachtenregeling
De contactpersoon klachtenregeling, de vertrouwenspersoon, de directeur, het bevoegd gezag en de klachtencommissie doen hun werk binnen de kaders van een klachtenregeling. De volledige klachtenregeling kunt u op school opvragen of inzien op de website.
Strafbaar feit
Indien de klacht betrekking heeft op een zedenmisdrijf, dan heeft het bevoegd gezag, op grond van een schriftelijk oordeel over de klacht door de klachtencommissie en in overleg met de vertrouwensinspecteur de plicht aangifte daarvan te doen bij een opsporingsambtenaar. Aan de onderwijsinspecteur wordt gemeld dat aangifte gedaan is.
6.8 Schorsing en verwijdering van leerlingen
Wanneer er problemen ontstaan, kan overgegaan worden tot schorsing en/of verwijdering van een leerling.
Onder problemen kan onder andere worden verstaan: een zodanig wangedrag van een leerling dat daardoor de rust of de veiligheid op de school ernstig wordt verstoord of het systematisch overtreden door de leerling en/of diens ouders van de in de school geldende en aan de ouders en de leerlingen kenbaar gemaakte gedragsregels. Bij het niet naleven van een en ander kan het bevoegd gezag overgaan tot schorsing of zelfs verwijdering. Onder ouders wordt ook verstaan: verzorgers of voogden.
Schorsing
Een leerling kan met opgave van redenen ten hoogste één week geschorst worden. Een schorsingsbesluit moet schriftelijk aan de ouders worden bekend gemaakt. Wanneer de schorsing langer dan één dag duurt, dient ook de Onderwijsinspectie schriftelijk en met opgave van redenen geïnformeerd te worden.
Verwijdering
Wanneer door de ouders/verzorgers van een leerling of door een leerling de in de school geldende (fatsoens)regels/omgangsvormen systematisch worden overtreden, kan het bevoegd gezag de leerling van school verwijderen. Voordat tot verwijdering wordt overgegaan, zal het bevoegd gezag echter eerst de ouders/verzorgers, de leerling en de betrokken leerkracht horen.
Indien tot verwijdering wordt overgegaan zal het bevoegd gezag meteen de leerplichtambtenaar - met redenen omkleed - inlichten over het besluit.
Definitieve verwijdering van school is pas mogelijk nadat het schoolbestuur ervoor heeft zorggedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten.
Ouders kunnen een besluit tot verwijdering aankaarten bij de Geschillencommissie Passend onderwijs, die ressorteert onder de Stichting Onderwijsgeschillen. Deze commissie brengt dan binnen tien weken een oordeel uit over de beslissing tot verwijdering.
Wanneer de ouders ook bij het schoolbestuur bezwaar hebben gemaakt tegen de verwijdering, dient het schoolbestuur het oordeel van de commissie af te wachten voordat er op het bezwaar besloten wordt. Het oordeel van de commissie is niet bindend.
Het schoolbestuur moet zowel aan de ouders als aan de commissie aangeven wat het met het oordeel van de commissie doet. Als het schoolbestuur van het oordeel afwijkt, moet de reden van die afwijking in de beslissing vermeld worden.
Vervolgens kunnen ouders zich tot de rechter wenden. Voor het bijzonder onderwijs is dat de civiele rechter. Bij de rechter kan ook een spoedprocedure worden gestart om verwijdering (voorlopig) te voorkomen.
6.9 Ouderbijdragen en sponsorgelden
De overheid geeft de school de mogelijkheid aan de ouders van toegelaten leerlingen een vrijwillige ouderbijdrage te vragen. De bijdrage wordt gevraagd voor activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en die dus niet door de rijksoverheid worden vergoed. In onze situatie heeft de ouderbijdrage betrekking op de gymkleding (groepen 3 tot en met 8), het schoolreisje (groepen 6, 7 en 8), excursies, spelactiviteiten, bosdagen en mogelijke consumpties (groepen 1 tot en met 8). De bijdrage is voor dit cursusjaar vastgesteld op € 15 per leerling. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een brief waarin u om een ouderbijdrage wordt gevraagd en waarin de toelichting op de gevraagde bijdrage staat uitgewerkt.
De Doornveldschool maakt geen gebruik gemaakt van financiering door sponsors
6.10 Wettelijke aansprakelijkheid
De regels met betrekking tot wettelijke aansprakelijkheid, opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, bepalen dat het schoolbestuur en/of het personeel niet zonder meer aansprakelijk is/zijn voor hetgeen de kinderen doen of overkomt tijdens schooltijd. De ouders van kinderen tot 14 jaar zijn nu, ook in geval het voorval zich binnen schooltijd voordoet, aansprakelijk voor de door hun kinderen aan anderen toegebrachte schade. Dit wordt de zogenaamde risico -aansprakelijkheid genoemd. De ouders kunnen slechts de leerkracht en/of schoolbestuur aanspreken wanneer zij kunnen bewijzen dat de leerkracht en of het schoolbestuur in de uitoefening van toezicht (verwijtbaar) is tekortgeschoten.
6.11 Verkeersouder
De verkeersouder vormt de brug tussen ouders, school en derden, wanneer het gaat om de verkeersveiligheid van kinderen. Hij/zij maakt zich sterk voor verkeersveiligheid van de scholieren in het algemeen en de verkeersveiligheid van de leerlingen van de school in het bijzonder. Tevens draagt hij/zij zorg voor de afname en correctie van het theoretische verkeersexamen door de leerlingen van groep 7. Onze verkeersouder is de heer H. Tuin, Oude Rijksweg 178, 7951 DN Staphorst (0522-464466).
6.12 Beeldmateriaal
In de schoolpraktijk komt het voor dat er beeldmateriaal (videobeelden en/of foto’s) gemaakt wordt van leerlingen. Met de gemaakte opnames, die geplaatst kunnen worden in de schoolkrant of schoolgids of die mogelijk voor studiegebruik gemaakt worden door een stagiair(e), zullen we integer omgaan. Mocht u hiertegen bezwaren hebben, dan kunt u dat melden bij de directeur.